Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Federatie

Tweede golf – nieuwe maatregelen voor de beslagen (MAART 2021)

06/01/2021

De beschermende maatregelen die tijdens de eerste lockdown werden genomen, worden uiteindelijk verlengd voor de tweede golf. Hier zijn de maatregelen die de schuldbemiddeling betreffen :

Het verbod van elke nieuwe beslag op roerende of onroerende goederen, derdenbeslag of overdracht van 20/12/2020 tot 31/01/2021. (1 maand)

De opschorting van alle lopende beslagleggingen op roerende of onroerende goederen van 20/12/2020 tot 31/01/2021 (1 maand)

De verhoging van de inbeslagnemingsdrempels met 20% van 20/12/2020 tot 31/03/2021. (3 maanden) [1]

De verlenging met 6 maanden van de termijn om een gebouw gerechtelijk te verkopen in geval van beslag op onroerend goed of CSR indien deze termijn tussen 01/11/2020 en 31/03/2021 is verstreken.

De verlenging tot maximaal 31/04/202131/03/2021 van de termijn voor het verstrekken van de gevraagde bewijsstukken in het kader van de tweedelijnsrechtsbijstand wanneer de vertraging verband houdt met de COVID-19-crisis.

UITZONDERING, er is geen bescherming van toepassing indien :
- Het in beslag genomen onroerende goed niet de hoofdverblijfplaats van de schuldenaar is.
- Het een beslag voor onderhoudsgeld betreft.
- De schuldenaar akkoord gaat met de beslaglegging.
- Het een beslag voor de invordering van een strafrechtelijke boete of een andere schuld aan de Staat (administratief, fiscaal en/of niet-fiscaal) betreft.

Deze maatregelen werden bevestigd in de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID−19

Wij zijn verheugd over de inwerkingtreding van deze maatregelen, die wat ademruimte zouden moeten geven aan personen die onder druk staan van een gerechtelijke invorderingsprocedure. Wij betreuren echter dat de aanneming van deze wet, die nochtans sinds het begin van de tweede lockdown was aangekondigd, meer dan anderhalve maand op zich heeft laten wachten en dat de tekst ondanks deze vertraging nog steeds onnauwkeurig is en een aantal fouten van de eerste lockdown overneemt, hetgeen de deur openzet voor mogelijke misbruiken.

A. Wat de opschorting van de lopende beslagen betreft (punt 2), bevat de tekst van artikel 74, 1e lid, 2° van de wet van 20/12/2020 dezelfde fout als tijdens de eerste lockdown, te weten de toekenning van "een tijdelijke schorsing op alle lopende uitvoerende beslagen". Ter herinnering: het derdenbeslag (loonbeslag of bankbeslag) is wel degelijk een uitvoerend beslag, maar in juni 2020 hadden de gerechtsdeurwaarders eenvoudigweg besloten daar geen rekening mee te houden en dit soort beslag niet op te schorten. Ditmaal wordt de behandeling van de lopende derdenbeslagen geregeld in een afzonderlijk artikel (artikel 6), waarin de voortzetting ervan wordt bevestigd, maar met hogere percentages van onvatbaarheid voor beslag (punt 1°). Het zou echter verstandiger geweest zijn om niet dezelfde fout te maken en het derdenbeslag uitdrukkelijk uit te sluiten van de werkingssfeer van artikel 74, 1e lid, 2°.

B. Wat de verhoging van de inbeslagnemingsdrempels betreft (punt 3), verhoogt artikel 6 van de wet van 20/06/2020 de in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegde niet voor beslag vatbare sommen zoals "aangepast bij het koninklijk besluit van 9 december 2019" met 20%. Zoals we weten worden de inbeslagnemingsdrempels jaarlijks geïndexeerd en de cijfers voor het jaar 2020 waren bekendgemaakt in het Koninklijk Besluit van 09/12/2019. Maar we zijn nu in 2021 en de toepasselijke bedragen werden nogmaals geïndexeerd en vastgelegd in een Koninklijk Besluit van 10/12/2020. Het Koninklijk Besluit van 2019 is dus normaal gesproken niet meer van toepassing. Wij hopen dan ook dat geen enkele schuldeiser te kwader trouw van de gelegenheid gebruik zal maken om de toepassing van de verhoging van de drempels te weigeren. Het zou immers een lang aanslepende en dure aangelegenheid zijn om hiervan een rechtzetting te bekomen.
Een ander gevolg : de verhoging met 20% berekend op de bedragen van 2020 ligt ongeveer 15,00 euro lager dan wanneer zij zou zijn berekend op de geïndexeerde bedragen van 2021.

C. De periode gedurende dewelke de verhoging van de inbeslagnemingsdrempels van toepassing is (punt 3), is niet duidelijk vastgelegd. Immers, hoewel de begin- en einddatum van deze maatregel worden vermeld, zijn deze voor interpretatie vatbaar en kunnen ze bijgevolg op verschillende manieren worden toegepast.

  • Ten eerste wat betreft de datum van inwerkingtreding. Overeenkomstig artikel 80 van de wet is deze maatregel in werking getreden op de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, te weten 24/12/2020. Op die datum waren de voor beslag vatbare lonen en bedragen echter reeds berekend en voorgecodeerd met het oog op de komende vakantieperiode. Het was derhalve onmogelijk om de berekeningen tijdig aan te passen, vooral ook omdat op voorhand geen ruchtbaarheid was gegeven aan deze maatregel. Het merendeel van de loonbeslagen van december is derhalve verricht zonder rekening te houden met de in de wet voorziene verhoging. En het wordt erg moeilijk om werkgevers ervan te overtuigen deze klap de volgende maand "recht te zetten", wat erg jammer is omdat in de meeste gevallen de eindejaarspremie bij het inkomen van december werd opgeteld.
  • Wat de einddatum betreft, vastgelegd op 31/03/2021: wat met de lonen uitbetaald na de 1e van de volgende maand? Zijn deze uitgesloten van de toepassing van de maatregel ? Naar onze mening heeft de wetgever niet de bedoeling gehad om een dergelijk verschil in behandeling in te voeren, zodat de verhoging van de drempels moet worden toegekend voor elk bedrag dat vóór 31/03/2021 verschuldigd is, ook als dat enkele dagen later wordt uitbetaald.

Volgens ons zou het nuttig zijn geweest om de wet op deze punten nauwkeuriger te formuleren, vooral omdat dit reeds een probleem was geweest tijdens de eerste golf.

D. Wat de timing van de wet betreft, ten slotte, betreuren wij dat er geen voorafgaande beperking is opgelegd aan deurwaarders die in de maanden november en december roerende beslagen zijn blijven uitvoeren met vaststelling van een verkoopdag na 31/12/2020. Gelet op het plan om een algemene opschorting van de lopende beslagen op te leggen (punt 2), was het duidelijk dat het niet mogelijk zou zijn om al deze verkoopprocedures af te ronden. Wij zijn van mening dat, mits een beetje voorbereiding, veel onnodige beslagkosten hadden kunnen worden vermeden.

[1Le programme de calcul des sommes saisissables adapté est téléchargeable ici

Revenus Saisissables Coronavirus

Agenda

  • Event Steunpunt
  • Event partner
  • Opleiding

Nieuwsbrief